onKernelRequest
onKernelResponse
  naar nieuws

Om de klimaatcrisis aan te pakken, moeten we zorgen dat geld naar de juiste plek stroomt. Een hele uitdaging. Gelukkig zijn er tal van hefbomen die de overheid kan vastgrijpen om dit op een rechtvaardige manier waar te maken. Wij hebben ze voor u opgelijst.

Ten eerste moeten we ervoor zorgen dat er geen geld meer stroomt naar schadelijke investeringen. Daarom richt FairFin momenteel haar pijlen op de Belgische overheid: zij moeten mee pleiten voor een Europees verbod op investeringen in nieuwe fossiele infrastructuur. Door dit verbod zouden financiële instellingen niet meer kunnen investeren in bedrijven die nieuwe koolmijnen, gasvelden en pijpleidingen bouwen.

Geld naar de juiste plek

Ten tweede moeten we ervoor zorgen dat er wél geld stroomt naar groene en sociale projecten. Overheden, zoals die van België, kunnen maar een deel van de investeringen zelf maken. Ze hebben namelijk al hoge schulden die ze niet kunnen afbetalen, noch mogen verhogen door Europese regels.

Daardoor hebben overheden momenteel niet genoeg geld ter beschikking om de rechtvaardige transitie zelf te financieren. De Europese Green Deal probeert dit op te lossen door kapitaal van privé-investeerders aan te trekken met garanties van publiek geld, zoals we al bespraken in onze analyse van de Green Deal. Maar privé-investeerders moeten winst maken, en de meest impactvolle projecten voor de transitie zijn niet noodzakelijk winstgevend. Denk bijvoorbeeld aan het uitbouwen van openbaar vervoer, korte keten landbouw, of het massaal renoveren van (sociale) woningen om hen energiebesparend te maken.

Er is wel geld

Om dat soort sociaal noodzakelijke investeringen te maken, moeten overheden zoals België andere manieren vinden om de transitie te financieren. Een eerste optie om het nodige geld te voorzien, is door meer overheidsbudget vrij te maken. We kunnen fossiele subsidies (€55 miljard per jaar in de EU) schrappen en tegelijkertijd sommige belastingen structureel omhoog trekken; op overwinsten, extreme rijkdom en vervuilende industrie. Dat is een goede start, maar zal nog niet voldoende geld opleveren voor een rechtvaardige transitie.

Nationale en Europese banken

Daarom heeft ook de Nationale Bank van België (NBB) een belangrijke rol te spelen. De NBB en haar gouverneur Pierre Wunsch bepalen mee het beleid van de Europese Centrale Bank, Met enkele maatregelen kunnen die de budgetten voor groene en sociale projecten enorm vergroten. 

De Europese Centrale Bank (ECB) kan bijvoorbeeld gericht obligaties aankopen van duurzame bedrijven en publieke instellingen, en voordelige leningen aanbieden voor groene projecten. Zo stimuleren ze banken en grote beleggers om ook te investeren in zo’n projecten. Een energiecoöperatie of een duurzaam landbouwbedrijf kunnen hierdoor makkelijker geld ophalen om hun werking mogelijk te maken.

Daarnaast kan de ECB er ook voor zorgen dat overheden meer financiële slagkracht krijgen. Op dit moment is 25% van de schuld van alle Europese landen in handen van de ECB. Dat gaat over biljoenen euro’s schuld die we aan onze eigen centrale bank moeten terugbetalen. Maar we kunnen ook, zoals meer dan 100 economen in een open brief voorstelden, die schuld gewoon afzeggen. Als dat gebeurt met ecologische voorwaarden, zullen landen grote sommen geld besparen en kunnen investeren in de transitie.

Het goede nieuws is dat er steeds meer besef is binnen de Europese Centrale Bank dat ze haar middelen strategisch moet inzetten om een hefboom te zijn voor een duurzame transitie. Maar onze eigen Nationale Bank en gouverneur Wunsch, staan binnen de ECB op de rem voor klimaatactie. Zo hoeft het niet te lopen. Als ze bovenstaande voorstellen ondersteunen, kan de Nationale Bank van België flink wat geld mobiliseren voor een duurzame transitie.

Belfius, een publieke bank?

De Belgische staat heeft ook nog andere krachtige hefbomen liggen. Onze overheid heeft namelijk verschillende financiële instellingen in eigen handen. Zo is Belfius, een van de grootste banken in ons land, voor 100% in handen van de Belgische staat. 

Belfius werd een staatsbank toen haar voorganger Dexia in 2011 gered moest worden van de financiële crisis. Maar er werden geen maatschappelijke eisen of democratische inspraak aan deze kostelijke redding verbonden. Belfius is nog steeds georganiseerd alsof het een privébank is, die winst moet maximaliseren voor haar aandeelhouders. Die ene aandeelhouder is gewoon "toevallig" de overheid. 

Dat is een gemiste kans. De overheid moet Belfius een duidelijke maatschappelijke missie geven en haar dus omvormen tot een volwaardige publieke bank. Dan zou niet winst voor de aandeelhouder, maar sociale waarde de prioriteit zijn. 

Dat zet Belfius aan om positieve investeringen te maken die een “gewone” bank niet zou doen omdat die niet winstgevend genoeg zijn. Als onze overheid Belfius omvormt tot een échte publieke bank met een maatschappelijk doel, komt er dus heel wat extra geld vrij voor een snelle en eerlijke transitie in België.

Publieke investeringsmaatschappijen voor de klimaattransitie

Ook de investeringsmaatschappijen van onze overheid kunnen een gelijkaardige rol spelen. Een investeringsmaatschappij is een soort belegger voor de overheid, die rechtstreeks investeert in bedrijven door aandelen te kopen en in uitzonderlijke gevallen leningen te geven. De belangrijkste voor ons zijn de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) en de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV). 

Deze investeringsmaatschappijen krijgen relatief weinig aandacht van onze overheid, maar ze beheren flink wat geld en hun werking kan op verschillende vlakken beter. Vooral op transparantie schieten ze nog erg tekort. De federale investeringsmaatschappij FPIM heeft sinds 2020 geen jaarverslag meer gepubliceerd en is geregeld onduidelijk over welke investeringen ze maken en waarom.

Dat komt ook doordat er geen ambitieuze strategie is die hen dwingt om investeringen af te toetsen aan ecologische vereisten of sociaal goed. Het formeel doel van de publieke investeringsmaatschappijen is om via hun investeringen winst te maken en tegelijkertijd “de nationale economie en werkgelegenheid” te versterken. Maar dat doel is vaag en loopt grotendeels gelijk met wat privé beleggers ook al doen, waardoor deze publieke instellingen positieve impact mislopen.

Daarom willen wij dat de investeringsmaatschappijen zich focussen op gerichte investeringen om een rechtvaardige transitie te ondersteunen, met transparante rapportering over hoe ze dat doen. Geen honderden miljoenen euro’s aan aandelen kopen van grote bedrijven, zoals FPIM nu doet, wél investeren in initiatieven met een duidelijk ecologisch en maatschappelijk doel. 

FairFin voerde hier enkele jaren geleden al een uitgebreid pleidooi voor en we zien ondertussen kleine verbeteringen in het beheer van deze maatschappijen. Maar zowel de nood als het potentieel liggen veel hoger.

Tenslotte kunnen investeringsmaatschappijen een grotere rol spelen binnen bedrijven waarin ze al aandelen hebben. De Federale en Publieke Investeringsmaatschappij (FPIM) kan bijvoorbeeld als grootste aandeelhouder van BNP Paribas kritische vragen stellen, moties op de agenda zetten en de druk opvoeren binnen deze privébank om te stoppen met de fossiele industrie te ondersteunen of bedrijven te financieren die in de illegale Israëlische nederzettingen actief zijn.

Politieke durf

Met voldoende politieke daadkracht kunnen we dus grote sommen geld mobiliseren voor een rechtvaardige transitie. We roepen onze overheid op om:

  • Duidelijke regulering te creëren op Europees niveau om schadelijke investeringen te voorkomen.
  • Extra overheidsbudget vrij te maken door fossiele subsidies af te bouwen en belastingen op overwinsten, vervuiling en extreme rijkdom te verhogen.
  • De Nationale Bank van België te vragen om bij de Europese Centrale Bank klimaatactie te ondersteunen.
  • Van Belfius een volwaardige publieke bank te maken die een rechtvaardige transitie in België ondersteunt.
  • De publieke investeringsmaatschappijen (waaronder FPIM en PMV) transparanter en ambitieuzer te maken 

De huidige regering heeft nog iets meer dan een jaar tijd om hier werk van te maken. Wat niet gedaan raakt in deze legislatuur, moeten partijen opnemen in hun verkiezingsprogramma’s, om ervoor te pleiten bij burgers en tijdens de regeringsvorming. 

Om dit alles waar te maken, voert FairFin actie en zetten we druk op politici. Maar we sleutelen ook achter de schermen aan concrete beleidsvoorstellen en werken samen met andere organisaties om al deze voorstellen op de politieke agenda te krijgen.