onKernelRequest
onKernelResponse
  naar nieuws

Met de eindejaarsperiode willen veel mensen nog snel een aantal fiscale voordelen verzilveren. De gelukkigen die geld opzij kunnen zetten voor hun oude dag, denken al snel aan een investering in een individueel pensioenspaarproduct. Maar is dit wel een goed idee? We onderzochten wat de opties zijn en met welke valkuilen je best rekening houdt.

 Sebastien Mortier

Pensioensparen behoort tot de zogenaamde derde pensioenpijler. Deze pijler wint meer en meer aan populariteit en wordt ook sterk gepromoot, zowel door de overheid als door financiële spelers. Het wettelijk pensioen (de eerste pijler) is namelijk vaak heel beperkt, door jaren van overheidsbesparingen in pensioenen en de verhoging van de pensioenleeftijd. Toen de overheid de website mypension.be lanceerde, waren heel wat mensen gechoqueerd over hoe laag hun pensioen zou zijn. En ook de tweede pijler is beperkt: niet iedereen kan genieten van een groepsverzekering op het werk. 

Geld opzij zetten voor de oude dag en daar fiscaal voor beloond worden: het lijkt aanlokkelijk, maar er zijn serieuze valkuilen.

In welke toekomst investeer je?

Ten eerste steek je hiermee grotendeels geld in vaak onduurzame beursgenoteerde multinationals, zoals de grote oliebedrijven. Het lijkt heel contradictorisch om je oude dag veilig te stellen door te investeren in een bedrijf dat de toekomst van de planeet op het spel zet. 

Is er dan geen enkele manier om duurzaam aan pensioensparen te doen? Sinds kort promoten enkele banken “duurzame” pensioenspaarproducten. Zoals je in de Update Pensioenspaarproducten 2020 kan zien is de keuze tamelijk beperkt en is het ambitieniveau heel variabel.

Enkele pensioenspaarfondsen (of BEVEKS, zonder kapitaalbescherming) sloegen een duurzame weg  in. Pensioenspaarverzekeringen (de zogenaamde Tak21 of Tak23 producten), blijven heel ontransparant. Hun beleggingsbeleid is onduidelijk en werden daarom uitgesloten.

Binnen de pensioenspaarfondsen biedt enkel KBC een fonds (Pricos SRI) aan dat bijna geen investeringen heeft in fossiele brandstofbedrijven, of in belastingparadijzen. De bank sluit echter onethische praktijken zoals pornografie, kansspelen of bont niet helemaal uit. Voor tabak en wapens is er wel een nultolerantie. Wanneer we echter het concrete resultaat van deze screening in detail willen bekijken moeten we diep graven in de website van de bank. Niet verwonderlijk, want wat blijkt? In het recentst beschikbare jaarverslag van het fonds (op 31/12/2019) vinden we bedrijven en sectoren die moeilijk als duurzaam kunnen bestempeld worden. Zoals deze: 

  • Luchtvaart: Lufthansa, Aéroport de Paris, Frankfurt Airport
  • Automobiel: Peugeot, Daewoo, Continental, Michelin 
  • Alcohol: AB Inbev, Heineken, Diageo, LVMH, Pernod Ricard
  • Metaal: Arcelormittal
  • Voeding: Pepsico, Starbucks, Danone, Unilever
  • Onduurzame financiële sector: KBC, BNP Paribas, Axa, Morgan Stanley, Standard Chartered, Crédit Agricole, Unicredit, ABN AMRO, Commerzbank, enz…

Nieuwe duurzame pensioenspaarproducten doen er heel lang over om het licht te zien. De schuld ligt enerzijds bij de bankensector, maar grotendeels ook bij de overheid. Die legt namelijk sterke beperkingen op voor dit soort financiële producten. Banken worden voor pensioenfondsen gedwongen om voornamelijk te investeren in beursgenoteerde multinationals. Hierdoor biedt een bank als Triodos, met een sterke duurzame en ethische focus, geen pensioenspaarproduct aan. De wettelijke beperkingen en fiscale onzekerheid zijn voor hen een te grote struikelblok.

Addertjes onder het gras

Het is bovendien belangrijk te weten dat het fiscale luik van de derde pijler pensioenspaarproducten heel complex is. Zo investeer je best ofwel tot 960 euro (voor een belastingvoordeel van 30%), ofwel 1.230 euro (voor een belastingvoordeel van 25%). Investeringen van tussenliggende bedragen zijn fiscaal onvoordelig. Daarenboven geeft de staat iets met de ene hand, maar neemt terug met de andere. Als geschenk voor je 60ste verjaardag belast de staat namelijk je duur verdiende spaarcentjes. In het verleden gebruikte de overheid deze spaarpot om begrotingstekorten te dichten.

Pensioen voor de happy few

Door te investeren in pensioensparen ondergraaft onze overheid (via allerhande belastingvoordelen) volgens ons de eerste pijler, waar veel mensen nog helemaal afhankelijk van zijn voor hun pensioen. Want enkel wie voldoende over heeft op het eind van de maand, kan denken aan pensioensparen. Het systeem werkt met andere woorden het best voor wie het het minst nodig heeft. Bovendien verschuift de verantwoordelijkheid om in te staan voor het pensioen van overheid naar werkgever en de werkende zelf.

FairFin is dus een heel koele minnaar van het huidige aanbod aan pensioenspaarproducten, en van de derde pijler in het algemeen. Hopelijk kan snel werk gemaakt worden van een pensioenstelsel dat werkelijk onze toekomst ten goede komt, in plaats van die in de weg te staan.

Meer informatie over de belgische pensioen puzzel en over wat je kan doen om die te helpen verduurzamen  vind je op de website www.duurzaam-pensioen.be.