onKernelRequest
onKernelResponse
  naar nieuws

FairFin werd uitgenodigd bij Kif Kif om het over de coronacrisis te hebben. Want die gaat zakken vol geld kosten. Wie zijn de winnaars in dit verhaal, en wie de verliezers?

Al snel bleek deze vraag niet op een half uurtje uit te klaren. In deel 2 van deze reeks hebben we het over de rol van (centrale) banken in de crisis van 2008. Want de maatregelen van toen lijken verdacht veel op die van vandaag...

Beluister via Spotify

Beluister via Anchor

Lees hieronder het uitgeschreven interview.

Onder het motto #beternacorona lijkt het goed om stil te staan bij het huidige financiële beleid in Europa en de impact ervan op onze samenleving. Welke lessen kunnen we trekken uit de bankencrisis van 2008? Wat zijn de structurele fouten in de huidige financiële sector? Waarom worden die systeemfouten te weinig aangepakt? En kunnen we ervoor zorgen dat de economische gevolgen van corona niet opnieuw op dezelfde mensen treffen?

Om die vragen te beantwoorden klopte ik aan bij Frank Vanaerschot, medewerker bij Fairfin, een organisatie die al vele jaren onze bankensector op ethisch vlak onder de loep neemt.

Beleidsmakers laten vaak uitschijnen dat er een vaste hoeveelheid geld in de samenleving is die gecreëerd werd door hard werken. Wanneer mensen goederen kopen, diensten inhuren en belastingen betalen, verspreidt dat geld zich in de samenleving. De overheid kan dat alles wat in goede banen proberen leiden, zo stellen ze dan, maar in tijden van crisis is dat niet vanzelfsprekend. Want dan kom je al gauw geld te kort, waardoor je moet gaan besparen op sommige posten. Maar zo zit het eigenlijk niet in elkaar. Als je echt wil nadenken over de manier waarop je omwentelingen zoals de coronacrisis economisch kan aanpakken, moet je goed voor ogen houden hoe geld werkelijk in omloop komt. En de rol van de banken is daarbij van cruciaal belang. Sommige mensen hoor je wel eens zeggen dat ‘banken geld uit het niets creëren.’ En eigenlijk hebben ze gelijk, is het niet?

Inderdaad. Wanneer je naar een bank stapt om een lening aan te gaan, dan zal die bank proberen in te schatten of je in staat bent om die lening op termijn terug te betalen. Eenmaal ze daarvan overtuigd is, zal ze het geld dat je wil lenen op je rekening zetten. Dus in zekere zin hoeft een medewerker van die bank enkel maar een commando in een computer in te voeren om dat geld te creëren. Maar er zitten natuurlijk wel wat voorwaarden aan. Zo moet een bank er onder andere voor zorgen dat ze haar boekhouding in balans houdt. Dat wil zeggen dat er tegenover het geld dat ze uitgeeft via leningen, ook allerhande inkomsten staan. Dat kan bijvoorbeeld spaargeld zijn van andere klanten maar ook leningen die de bank zelf aangaat. Daarnaast moet een bank ook een beetje eigen geld – dat wil zeggen, geld van de aandeelhouders van de bank – als buffer bijhouden om eventuele verliezen op leningen te kunnen slikken. Door de deregularisering van banken in de jaren tachtig en negentig is deze verplichte buffer echter heel klein geworden. Na 2008 werd ze weliswaar terug een klein beetje verhoogd, maar om het simpel uit te drukken: als een bank vandaag een lening van 100 euro toekent, moet ze daarvoor slechts 3 euro eigen geld in kas houden.

Maar ja, banken hebben dus het recht om geld te creëren. Dat is net waarom het zo moeilijk is om een banklicentie te krijgen.

En wat is de rol van centrale banken in dit alles? Want in tijden van crisis krijgen we dikwijls te horen dat ze bepaalde aanpassingen willen doen aan hun monetaire beleid om de economische gevolgen van die crisis op te vangen.

Een centrale bank is in feite de bank van de banken. Banken kunnen er dus geld lenen en hun eigen geld op een rekening zetten. Maar wat centrale banken in principe moeten doen is waken over de economie. Hoe doen ze dat? Door te spelen met de interestvoeten bij de banken die bij hen geld lenen. Als de beheerders van de centrale banken denken dat de economische groei gaat toenemen, dan proberen ze de geldtoename in de economie te verlagen door zelf hogere interesten te vragen. Zo willen ze ervoor zorgen dat private banken zelf hogere intresten vragen bij de leningen die ze toekennen, waardoor ze het aantal nieuwe leningen beperken. Omgekeerd, wanneer een centrale bank de economie wil stimuleren, verlaagt ze haar interesten zodat private banken op hun beurt lagere intresten zullen vragen voor de leningen die ze toekennen, in de hoop dat er meer geld uitgeleend wordt. De Europese Centrale Bank (ECB), bijvoorbeeld, probeert er op die manier voor te zorgen dat de inflatie rond de 2 procent blijft. Dat is ook haar enige echte mandaat.

Althans, in theorie is dat wat de ECB doet. In praktijk zien we vandaag dat ze ook zelf veel geld creëert. Want in 2008, toen de bankensector wereldwijd in elkaar stortte, was het niet meer voldoende voor centrale banken om enkel maar met de intrestvoet te spelen. Om het systeem recht te houden moesten de centrale banken plots veel drastischer ingrijpen. Ze zijn daarom iets gaan doen wat voorheen zeer ongebruikelijk was: geld creëren om investeerders en private banken overeind te houden. 

En moeten zij die geldcreatie net als andere banken eveneens in evenwicht brengen met verschillende inkomsten?

Een centrale bank kan natuurlijk geen spaarcenten gaan zoeken bij particulieren. Dus nee. Het klinkt voor velen misschien als een soort magie, maar de centrale banken kunnen echt letterlijk uit het niets geld creëren. En daar staat niets tegenover.

Ze beslissen dus gewoon: "We hebben zoveel nodig." En, hopla, daar zijn die euro’s op de rekening van één of andere bank?

Exact. En dat hebben ze massaal gedaan. Op die manier werden duizenden miljarden gecreëerd om in de economie te injecteren. Ze gebruikten die om een groot deel van de schulden op te kopen die de financiële sector zo in gevaar hadden gebracht. Zo konden ze de banken en investeerders die eigenlijk door hun eigen toedoen in de problemen waren geraakt, uit de nood helpen. Er werd dus voor iedereen een besparingspolitiek gevoerd, maar niet voor hen. Je zou kunnen zeggen dat dit een voorbeeld was van ‘socialisme voor de rijken’. Want beleidsmakers hebben hen heel direct, concreet en grootschalig geholpen. Als je een kapitalistische marktmoraliteit hanteert – die dergelijke banken en investeerders zelf nochtans sterk promoten – dan zou je moeten zeggen: "Ze hebben gefaald, dus ze moeten maar failliet gaan." Alleen, ze konden niet allemaal failliet gaan, want sommige functies die ze uitvoerden bleken te cruciaal voor de manier waarop de economie werkt.

Al moet ik daar wel aan toevoegen dat die massale geldcreatie in Europa pas later begon dan in de VS. In Europa probeerde men het eerst anders op te lossen. De overheden hebben aanvankelijk zo’n 1.600 miljard euro ter beschikking gesteld om het financiële systeem overeind te houden.

Die 1600 miljard was dus geen gecreëerd geld, maar wel belastinggeld?

Inderdaad. Want op dat moment, in 2008 en 2009 had de ECB zijn programma van ‘kwantitatieve versoepeling’, zoals dat heet, nog niet in gang gezet. Dat was nog steeds een taboe. Maar die enorme som belastinggeld bleek niet voldoende want die operatie zorgde er meteen ook voor dat overheden plots meer schulden hadden. Dat leidde vervolgens tot de eurocrisis. Investeerders die normaal gezien leningen gaven aan Europese landen kregen immers schrik dat die staatsleningen voortaan niet meer veilig zouden zijn. Voorheen maakte het niet veel uit of je een land als Griekenland of een land als Duitsland geld wou lenen. Maar na die hele bankencrisis begon men daar onderscheid in te maken. Investeerders wilden niet meer lenen aan landen die structureel armer waren. Of toch niet zomaar. Ze wilden dat enkel nog doen indien die overheden ook meer interest zouden betalen. Dat werd natuurlijk een groot probleem voor sommige landen. Dergelijke interesten konden ze helemaal niet betalen, want ze zaten zelf natuurlijk ook in het midden van de crisis – met als gevolg dat hun schulden steeds hoger opliepen.

En dan is de grote politieke en morele ommekeer gekomen. Plots was de crisis niet meer de schuld van de banken die de overheidsschuld immens veel groter maakten doordat ze, door hun eigen toedoen, op crashen stonden en moesten gered worden. Neen, plots was het een probleem van Zuid-Europese overheden. Men ging doen alsof sommige landen jarenlang boven hun stand hadden geleefd – hoewel zij, net als de anderen, hadden bijgedragen om het financiële systeem te redden dat aan de rand van het faillissement stond. Er ontstond dus een sterke schuldenmoraal.

Vanuit de Europese Unie richtte men de pijlen niet op de grote banken. Evenmin koos men ervoor om de schulden van Griekenland kwijt te schelden. Wel koos men ervoor om nieuwe leningen te voorzien, zij het met strenge voorwaarden: “We zullen je geld geven, maar je moet dat geld terugbetalen en daar gaan immense besparingsprogramma's tegenover staan. Je moet de sociale bescherming uitkleden, je moet de publieke dienstverlening in grote mate privatiseren, enzovoort.” Men heeft toen dus een waanzinnig spel van twee maten en twee gewichten gespeeld en door zo sterk op die schuldenmoraal te hameren, werd het echte probleem verdoezeld. Men zei: “Jullie kunnen niet verantwoordelijk omgaan met geld, dus wij, de andere Europese landen die dat wel kunnen, zullen nu bepalen wat je met je geld moet doen.” Maar eigenlijk gebruikte men dat geld om ervoor te zorgen dat privébanken, die dik in de problemen zaten, opnieuw gered werden. Want aan wie moest een land als Griekenland dat geld terugbetalen? Ik heb ooit eens gelezen dat het geld van die leningen maar elf minuten op een rekening van de Griekse overheid heeft gestaan, omdat het direct doorgestuurd werd naar de Noord-Europese banken om leningen af te betalen die het land daar enkele jaren eerder had genomen.

Maar waarom ging de ECB dan toch geld creëren?

Ook sommige Zuid-Europese landen laten betalen, bleek gewoon niet voldoende. Het gaf nog steeds niet voldoende vertrouwen aan de investeerders, de banken en de fondsen om terug meer leningen te geven en zo de economie op gang te krijgen. En op dat moment kwam de straffe uitspraak van Mario Dragi, de toenmalige gouverneur van de ECB die voorheen bij de grote Amerikaanse investeringsbank Goldman Sachs had gewerkt. Hij zei onomwonden: "I’ll do whatever it takes.” Iedereen begreep de boodschap. Wat vroeger onmogelijk was, zou plots wel mogelijk zijn.

Dus publiekelijk wordt het opnieuw niet luidop gezegd. Letterlijk zegt hij: "Wat er ook nodig is, dat zal ik doen." Maar wat hij eigenlijk bedoelde was: "De ECB zal geld creëren om jullie te redden."

En dat heeft hij ook gedaan. Sinds 2015 heeft hij meer dan 2000 miljard euro gecreëerd. Daarmee heeft hij ook overheidsschuld opgekocht. Alleen, niet rechtsreeks van de overheden zelf. De overheden moesten zelf eerst op de privémarkt gaan lenen. En dan ging de centrale bank dat terugkopen van die banken, pensioenfondsen en verzekeraars.

Da’s straf. Er wordt dan weer een buffer ingebouwd zodat de banken er kunnen op verdienen in plaats van rechtstreeks die overheidsschulden te kopen. Dus eerst hebben overheden geld vrijgemaakt om de banken te redden, vervolgens werden de leningen van de banken terugbetaald door verschillende landen politiek onder druk te zetten en tot slot zorgde een immense wijziging in de werking van de Europese Centrale Bank ervoor dat er geld gecreëerd werd dat enkel op hun rekeningen terecht mocht komen. Kortom: de investeerders en banken konden zo driemaal hun slag slaan, hoewel zij zelf de veroorzakers waren van de initiële crisis. Dat is behoorlijk wraakroepend natuurlijk.

Zeker. We moeten nu eenmaal beseffen dat het bestaande economische model eigenlijk failliet is. Door er immense hopen geld naartoe te sturen, wordt dat artificieel in leven gehouden, maar eigenlijk is het op sterven na dood.

Je zit nu immers met een probleem in Europa: je hebt één gezamenlijke munt, maar geen gezamenlijk economisch beleid. En je hebt al zeker geen gezamenlijk sociaal beleid. Als je de geldpolitiek en het economisch beleid niet afstemt op sociale noden kom je in de problemen.

En dat brengt ons natuurlijk bij corona. Want waarom brengt men dat alles niet gewoon meer in overeenstemming? Waarom maakt men niet de politieke keuze om het geld dat door de ECB gecreëerd wordt rechtstreeks naar overheden te doen gaan zodat ze de middelen hebben om zo’n crisis op te vangen?

Er zijn natuurlijk episodes geweest in de geschiedenis waar rechtstreekse overheidsfinanciering heel fout is uitgedraaid. Na de Eerste Wereldoorlog, bijvoorbeeld, had je in Duitsland eventjes de Weimar republiek. Die zat in grote problemen en kwam er maar moeilijk terug bovenop na die vernietigende oorlog. Ze kreeg weinig hulp en had grote schulden bij alle andere Europese landen. Politici lieten daarom extreem veel geld creëren door de centrale bank. Toen leidde dat echter tot immense inflatie. Na een tijd moest je, bij wijze van spreken, met een kruiwagen vol bankbiljetten naar de bakker om een brood te gaan halen. En na dit fiasco van de Weimarrepubliek kwamen de Nazi’s aan de macht. Je kan dus begrijpen dat heel wat beleidsmakers schrik hebben voor dergelijke scenario’s. Zeker in Duitsland is men op dat vlak heel principieel: politici mogen niet aan die geldpers kunnen. Dat is illegaal.

Het rechtstreeks financieren van overheden is voor de ECB dan ook niet toegestaan volgens haar statuten. Maar in de eurocrisis zaten ze met zo’n gigantisch schuldenprobleem dat ze uiterst creatief met de regels moesten omspringen. Er was nu eenmaal niet genoeg solidariteit om het op een puur politieke manier en louter met belastinggeld op te lossen. Men omzeilde het verbod dus door overheidsschulden op te kopen via de private markt. En daarnaast ging de ECB ook leningen van bedrijven opkopen. Allemaal met als officiële doelstelling ‘de economie stimuleren’.

Veel economen vonden het natuurlijk schandalig dat de centrale banken zo massaal veel geld creëerden. Maar er was nu eenmaal geen enkele andere manier om het vertrouwen in het financiële systeem overeind te houden, binnen het ideologisch denkkader van de beleidsmakers. Je mag er dus zo hard op schelden als je wil, diep vanbinnen moet je toegeven dat dit het enige is wat het systeem nog overeind houdt. In de laatste twee jaar werd er wel enorm gediscussieerd over de vraag "Hoe gaan we terug naar normaal?" Maar dat is nooit gelukt. Meer nog, op Europees niveau hadden ze in september 2019 net beslist om het opkoopprogramma te stabiliseren en geen extra geld meer bij te maken. Maar toen kwam corona en zijn die programma’s wereldwijd geëxplodeerd. Wat daarvoor eigenlijk al een geschift experiment was, is dan pas totaal opgeblazen.

Moeten we dan geen schrik hebben dat de schuldenmoraal opnieuw gaat spelen? Zal men niet opnieuw doen uitschijnen dat deze crisis om grote uitgaven vraagt en dat de overheden in de toekomst dus veel zuiniger met hun geld moeten omgaan, om zo te verhullen dat een groot deel van dat gecreëerde geld terug naar specifieke groepen vloeit? Dat zou natuurlijk uitermate problematisch zijn. Want sommige machtshebbers zullen dan opnieuw aandringen op besparingen in allerhande sociale voorzieningen, terwijl er eigenlijk mogelijkheden zijn om net die sociale voorzieningen van extra geld te voorzien – toch als we de juiste politieke keuzes maken en instellingen als de ECB democratiseren.

Dat is inderdaad een gevaar. En er spelen her en der nog sinistere patronen mee. In Duitsland bijvoorbeeld zijn sommige groepen onlangs naar het Grondwettelijk Hof gestapt om er het beleid van de ECB aan te klagen, juist omdat ze het als een verdoken overheidsfinanciering zien. Het Duitse Grondwettelijk Hof heeft daarom een aantal vragen gesteld aan de ECB, die zich binnenkort zal moeten verantwoorden. Dat creëert een probleem voor heel de Europese constellatie. Want de ECB is eigenlijk onafhankelijk. Als er al een instelling is die kan zeggen of de ECB iets illegaals doet, dan zou dat eigenlijk het Europees Gerechtelijk Hof moeten zijn. Een lidstaat kan dat niet. Maar aan de andere kant, als het Duitse Grondwettelijk Hof niet akkoord gaat met de verantwoording van de ECB, dan mag de Duitse overheid niet langer meedoen aan het beleid van de ECB. En als Duitsland eruit gaat, dan valt de euro uit elkaar.

Nu, wie zit er achter die juridische processen? Dat zijn advocaten en industriëlen die veelal verbonden zijn met de AFD, de populistische (extreem)rechtse partij die in de laatste jaren sterk is opgekomen en die een belangrijke rol speelde in de opkomst van de aanvallen tegen de migrantencentra in Duitsland.

En zijn dat gewoon toevallige politieke banden, of laat dat wel degelijk zien vanuit welke ideologie men vertrekt? Vertrekt men bijvoorbeeld vanuit een soort extreem euroscepticisme: “Wij willen Duitsland uit de EU en om dat te doen gaan we de EU kapotmaken”? Of is het eerder plat racisme omdat ze niet willen meebetalen voor de Grieken en andere Zuid-Europeanen die zogezegd te lui zouden zijn, zoals men ook in de eurocrisis beweerde?

Dat neerkijken op Zuid-Europeanen heeft er zeker ook mee te maken. Maar een ander aspect is gewoon een algemeen probleem van nationalisme: men ziet ergens problemen die niet helemaal fout zijn, maar vervolgens zoekt men de oorzaak in iets heel simplistisch en schuift men oplossingen naar voor die er geen zijn. Dan krijg je dus een retoriek zoals “we moeten dat hier weer proper krijgen zodat we controle hebben en zodat we onze eigen boel kunnen organiseren.” Terwijl het probleem natuurlijk internationaal is. Je kan jezelf daar niet van beschermen door je in je eigen land op te sluiten.

Wat we daar echter vooral uit kunnen leren, is dat het rechts-populistische kamp blijkbaar begrijpt dat de klepel binnen de ECB hangt. Rechts beseft dat daar een belangrijk machtscentrum zit en heeft zo een strategie gevonden om het Europese establishment het vuur aan de schenen te leggen. Daar wordt niet over bericht in de brede pers, maar als je meer in de gespecialiseerde kranten kijkt, zie je dat het onrust veroorzaakt. Het is niet voor niets dat Merkel en Macron een paar weken geleden plots met een reddingsplan voor de boeg kwamen waarbij ze gezamenlijk op Europees niveau schulden wilden uitgeven. Er werd over 500 miljard gesproken, terwijl er daarvoor gezegd is dat er 2000 miljard euro nodig is om de economische crisis in nasleep van corona op een deftige manier te bestrijden. Dus het is totaal niet genoeg, maar het is echt geen toevallige timing, zo vlak na de uitspraak van het Duitse Grondwettelijk Hof. Ze proberen de boel te stabiliseren door een nieuwe stap te zetten.

Het lijkt me ook echt gevaarlijk. Mocht het zo zijn dat Duitsland op juridisch vlak in zo'n impasse komt, dan dreigt toch ook werkelijk een desintegratie van Europa?

Wat mij betreft is dat niet het meest plausibele scenario. Ik vermoed dat ze verder zullen gaan in dezelfde strategie en het verbod op staatsfinanciering nog maar eens op creatieve manieren zullen omzeilen. En daarom is het zo belangrijk dat ook de linkerzijde zich meer op dit thema gaat richten en met alternatieven voor de boeg komt. Want indien beleidsmakers in dezelfde richting verdergaan, zal het ook moeilijker worden om een socialer beleid te voeren. De sociale bewegingen zullen in de komende periode dus gezamenlijk actie moeten voeren en hard moeten strijden om te eisen dat het mandaat van de centrale bank herbekeken wordt en dat er een grotere democratische controle op komt. Want enkel zo kunnen we ervoor zorgen dat centrale geldcreatie op een sociale en de ecologisch verantwoorde manier gebeurt.

  

Een podcast in samenwerking met Kif Kif. Kif Kif is een interculturele beweging die strijdt voor gelijkheid en tegen racisme.

kif kif