onKernelRequest
onKernelResponse
  naar nieuws

Onderzoekers en activisten uit Peru en Colombia kwamen vorige week naar ons land om de schadelijke activiteiten van het Zwitserse mijnbouwbedrijf Glencore onder de aandacht te brengen. Tussen alle acties en onderhandelingen door konden we hen strikken voor een gesprek. Hoe is hun leefomgeving veranderd sinds de komst van de mijnen? Waarom komen ze met Europese banken en beleidsmakers praten? Dat lees je in dit interview.

Graag stellen we jullie eerst voor aan de Zuid-Amerikaanse vertegenwoordigers:

Hoe voelen jullie de impact van Glencore in jullie dagelijks leven?

- ‘Het mijnbouwbedrijf is er 24 uur op 24. Als we slapen, dan voeren ze soms explosies uit. Dat kan midden in de nacht gebeuren, maar ook overdag. Ook al zien we de explosies niet, vervuilen ze wel de lucht die we inademen. Daarnaast is er ook heel veel stof in onze straten en wordt ons water aangetast. Er komt namelijk verontreinigd water van het bedrijf in onze waterbronnen. Het water dat zowel wij als onze dieren drinken, wordt niet gecontroleerd. We hebben geen idee wat er allemaal in zit.’

- ‘Het bedrijf voert een communicatiecampagne waarin ze beweren dat ze hand in hand werken met de gemeenschappen rondom de mijnen, maar dat is niet waar. In onze gemeenschap krijgen slechts 15 van de 300 mensen echt steun van dat bedrijf. Ze krijgen bijvoorbeeld extra vitaminen voor hun vee als compensatie, maar de meerderheid van ons krijgt helemaal niets.

Die kleine minderheid van mensen die wel steun krijgt, verdedigt het bedrijf. Maar als wij iets durven zeggen, dan worden we verweten dat we terroristen of angstzaaiers zijn, en dus rest ons het stilzwijgen om niet vervolgd te worden. Er heerst veel angst en dat moeten wij allemaal verdragen.’

Hoe verschilt de situatie in Peru en Colombia?

Er zijn eigenlijk amper verschillen. Hetzelfde mechanisme is aan het werk, dus we voeren dezelfde strijd en dat doen we in eenheid. We delen dezelfde pijn.’

‘Volgens mij zit er wel een verschil, namelijk in de regeringen. De regering in Colombia wil zich wel inzetten voor de rechten van de gemeenschappen, maar is beperkt door de omstandigheden en de macht van Glencore. Terwijl er in Peru geen goede wil is vanuit de regering. Zij bevorderen het extractivisme en hebben er zelf belang bij.’

We moeten nadenken over hoe we het milieu, het water en de mensen erbij kunnen betrekken. Zolang dat niet gebeurt, is er geen enkele manier waarop hernieuwbare energie goed zal zijn.

In Colombia betreft het een steenkoolmijn en in Peru een kopermijn. Zorgt dat voor enig verschil?

- ‘De gezondheidsproblemen in Peru waarbij zware metalen in mensen hun lichaam gevonden worden, zijn dezelfde als in Colombia. Ook al gaat het om een andere grondstof die ontgonnen wordt, de gevolgen zijn hetzelfde. In beide gevallen gaat het om een openluchtmijn die steeds verder wordt uitgebreid, waardoor ecosystemen vernietigd worden.

Glencore zegt wel bereid te zijn om af te stappen van steenkool om milieubewuster te werk te gaan. Maar we zien dat de ontginning van zogenaamde ‘transitiemineralen’ zoals koper, [die nodig zijn om zonnepanelen en windmolens te bouwen n.v.d.r.] dezelfde schade aanbrengen aan gezondheid en milieu.’

Geloven jullie dat een duurzamere manier van mijnbouw mogelijk is?

- ‘Neen, en dat is iets wat mensen heel goed moeten begrijpen. Zelfs al hebben ze de beste wil van de wereld, de mijnbouw zal ons nog steeds treffen. Voor de start van zo’n project moet er gepraat worden met de lokale gemeenschappen en nagedacht worden over hoe we alle gevolgen in rekening brengen. We moeten nadenken over hoe we het milieu, het water en de mensen erbij kunnen betrekken. Zolang dat niet gebeurt, is er geen enkele manier waarop hernieuwbare energie goed zal zijn.’

- ‘Ik zou nog willen toevoegen dat mijnbouw per definitie niet duurzaam is, want het vernietigt sowieso de bodem en het water. Bij een openluchtmijn wordt een gigantisch diepe put gegraven en dat heeft sowieso gevolgen voor het grondwater, waardoor het ecosysteem aangetast wordt. Daarnaast produceren die activiteiten ook afval. Dat zal niet zomaar verdwijnen. Bovendien zullen mensen nog steeds hun grondgebied moeten verlaten. 

Wel kunnen we de gevolgen ervan verbeteren. Het is belangrijk om een soort mentaliteitsverandering teweeg te brengen. Van een consumptiemaatschappij moeten we overstappen naar een circulaire maatschappij, waarbij er minder druk is om steeds meer te produceren. Dat mijnbouw nu al duurzaam zou zijn, is een leugen die niet strookt met de realiteit.’

Waarom willen jullie met banken en investeerders spreken? Hoe zijn die gesprekken tot nu toe verlopen?

- ‘Wij wilden met de banken spreken omdat bijna 50% van de leningen en underwritings van Glencore afkomstig is van Europese banken en investeringsfondsen. [‘Underwriting’ is wanneer een bank een bedrijf ondersteunt met het uitschrijven van obligaties en het bedrijf zo aan geld helpt. n.v.d.r.] Zij houden de steenkool-en koperontginningen dus in stand. Als die instanties winst halen uit de investeringen die ze in dat bedrijf staken, dan zijn ze mee verantwoordelijk voor de schade die dat bedrijf veroorzaakt.

Gisteren hadden we een gesprek met BNP Paribas en dat verliep net zoals bij de andere banken. Het was zeer frustrerend. De bank zei enkel dat ze geen relatie meer had met Glencore. Dat ze dus al hun aandelen van Glencore hebben verkocht en dat hun verantwoordelijkheid daar stopt. Maar ze hebben de schade die berokkend is niet gecompenseerd, ze hebben geen enkele verantwoordelijkheid op zich genomen, noch in Peru noch in Colombia.

Mijnbouw op grote schaal heeft heel veel geld nodig. Het gaat om miljarden dollars.
Zonder die banken zouden de nodige investeringen er gewoon niet komen. De banken beweren al te vaak dat ze geen macht hebben ten opzichte van deze bedrijven, maar als de banken hen geld lenen, dan kunnen ze echt wel voorwaarden vooropstellen. Want er gaan heel veel gevolgen en risico’s gepaard met grootschalige mijnbouw. Daarom moeten de banken een ethisch geweten ontwikkelen.

Het probleem is dat ze in theorie wel normen hebben over het naleven van mensenrechten en milieuregels, zeker als het gaat om klimaatverandering, maar dat deze in de praktijk niet nageleefd worden. 

Tijdens onze gesprekken met banken luisteren zij wel naar ons en zeggen ze dat ze rekening zullen houden met onze problemen. Maar uiteindelijk komt er nooit een concreet engagement. Het is frustrerend om dat telkens weer mee te maken. Want wij willen concrete beloftes zien.’

Welke effect heeft de aanwezigheid van de mijnen nog op jullie gemeenschap?

- ‘Er is nog iets anders waar ik het over wilde hebben tijdens ons bezoek. Het gaat over de strijd van vrouwen tegen seksueel misbruik en intimidatie. Want de mijnarbeiders komen vaak uit andere gemeenschappen en beginnen dan onze dochters, die adolescenten of zelfs nog kinderen zijn, lastig te vallen. Vaak worden alleenstaande moeders of zelfs tienermoeders achtergelaten door die mannen. Daarnaast is er ook het probleem van SOA’s die zo onze gemeenschap binnendringen. In ons kleine dorp beginnen er allerlei zaken uit het nachtleven op te duiken, zoals discotheken of prostitutiehuizen waar die mannen dan naar toe gaan. Vrouwen uit andere gemeenschappen worden daar naartoe gelokt om er in de prostitutie te werken. Al die zaken hebben een zeer vernietigend effect op onze gemeenschap.

Een tijdje geleden bijvoorbeeld, verscheen er 's ochtends vroeg plots een vrouw in ons dorp die om water riep. Zij kwam uit het Amazonewoud en was als alleenstaande moeder samen met haar kind naar onze streek gelokt omdat ze daar zou kunnen werken in ‘een huis’, maar eigenlijk werd ze in de prostitutie gedwongen. Dat was heel traumatiserend. Zulke dingen gebeuren voortdurend en wij weten niet wat we daarmee moeten aanvangen. We zijn maar een klein dorp, maar er zijn heel wat zaken aan de hand.’

Het is belangrijk dat het mijnbouwbedrijf verplicht wordt om de waarheid te vertellen. Dat zij publiek toegeeft dat ze schade heeft aangericht aan het milieu en onze gezondheid en dat ze hele gemeenschappen onteigend heeft.

- ‘De gezondheidseffecten in Colombia zijn gelijkaardig als die in Peru. Er ontstaan een heleboel ziektes door de vervuiling. Ook veel kinderen worden getroffen en lijden aan luchtweginfecties of huidziektes

Het bedrijf vertelt ons dat de mijnbouwactiviteiten inkomsten zullen opleveren voor de gemeenschap. Dat klopt helemaal niet, maar door dat te zeggen, overtuigen ze wel een aantal mensen die dan toch naar de mijn trekken. Op die manier raken ze binnen in de gemeenschap en doen ze ermee wat ze willen.

Glencore verklaart op één van haar websites dat de gemeenschap het goed stelt. Ze beweert dat er dankzij de mijn ontwikkeling komt en allerlei projecten gerealiseerd worden. Op die website staat ook dat het bedrijf ‘sociaal verantwoordelijk’ en ‘milieubewust’ is. Maar al die mijnbouwactiviteiten richten net heel veel schade aan in de gemeenschappen. Want wij leven in ellende en in armoede. We hebben geen gezond land of water meer en kunnen geen voedsel meer produceren zoals vroeger. Iedereen die zich durft uit te spreken tegen het bedrijf, wordt bedreigd of geïntimideerd.

Het is belangrijk dat het mijnbouwbedrijf verplicht wordt om de waarheid te vertellen. Dat zij publiek toegeeft dat ze schade heeft aangericht aan het milieu en onze gezondheid en dat ze hele gemeenschappen onteigend heeft.’

Welke veranderingen wensen jullie te zien in de toekomst?

- ‘Wat wij nodig hebben zijn waterprojecten voor irrigatie en menselijke consumptie. Ook hebben wij opnieuw basisrechten nodig. Wij willen gewoon in comfort kunnen leven in een goed huis en dan zul je ons niet horen klagen. Maar binnenkort is het bijvoorbeeld weer Kerst en dan zal het bedrijf in de gemeenschap langskomen met brood. Maar dat is niet wat we nodig hebben, wij hebben gezond water nodig!’

- ‘Soms gaat het ook over hervestiging. De Wereldbank heeft een beleid over hervestiging waarin staat dat de mensen in gelijke of betere omstandigheden moeten terechtkomen dan waarin ze al leefden. In La Guajira in Colombia zijn 25 van de 200 gezinnen hervestigd, waardoor ze gescheiden worden van de rest van de gemeenschap. En de omstandigheden zijn vaak verschrikkelijk. De huizen zijn in slechte staat, ze hebben geen toegang tot elektriciteit, ze kunnen niet aan landbouw doen en ze zijn werkloos. Het gaat dus om een gigantische verarming. Zij hebben geen eigendomsrecht over de grond die ze daar toegewezen kregen en zijn dus gedwongen om te huren. Dat willen we niet meer. Wij laten ons niet meer bedriegen. Onze grootouders werden misschien misleid, maar dat zal met ons niet meer lukken.

In de verschillende vergaderingen die we hadden, werd al vaak gesproken over compensatie en dat is ook heel belangrijk. Daarom vroegen we ook aan de banken om een fonds op te richten voor het herstel van de ecosystemen. Want de afgelopen 40 jaar werd er enorm veel schade aangericht. Het gaat niet enkel om culturele, economische en spirituele schade, maar ook om morele schade.’

‘Als het over compensatie gaat, dan moeten we kijken naar de échte waarde van wat verloren is gegaan. Zo moet men in rekening houden hoeveel een familie kan verbouwen op het land waar ze wonen. Van alle maïs, quinoa, kaas, kippen en eieren die ze produceren op hun land moet de waarde berekend worden tot in de eeuwigheid. Want het is een permanente schade die zal blijven voortduren, ook bij hun kinderen, kleinkinderen enzovoort. Als je dat allemaal zou uitrekenen, kom je uit op bedragen van miljoenen euro's. 

Er staan ook medicinale planten op hun grond, hun hele geschiedenis en de geesten van hun voorouders zijn daar. De hele gemeenschap hangt ermee samen. Als wij dat land verliezen, dan verliezen we niet zomaar dat land, maar veel meer.

Maar wat er in de praktijk gebeurt, is dat er gewoon gekeken wordt naar de huidige monetaire waarde van de grond en het huis van een familie. En dan wordt die waarde betaald. Dus dan komt dat neer op zo’n 1000 of 2000 euro en dat is dan de ‘compensatie’. De belachelijke bedragen die op dit moment betaald worden, weerspiegelen het werkelijke verlies helemaal niet.

Daarom geloven wij niet sterk in deze vorm van compensatie. Want het bedrijf boekt miljardenwinsten. Dus als dat bedrijf een keertje € 1.000 moet betalen aan een gemeenschap, zal zo’n klein bedrag hun gedrag niet veranderen. Wat er volgens mij moet gebeuren, is dat de bedrijfsleiders opgesloten worden in de gevangenis en er strafrechtelijke rechtvaardigheid komt voor hun gedrag. Want enkel dan zullen hun mensenrechtenschendingen veranderen. Zolang dat niet gebeurt, zullen ze gewoon ‘compensatie’ blijven betalen, maar voor hen betekent dat niets.’

- ‘In Colombia en Peru ontbreken ook de nodige structuren om compensatie te eisen. Daarom is een internationaal kader zo belangrijk. Bijvoorbeeld door wetten in te voeren in de herkomstlanden van die mijnbouwbedrijven. In Europa dus. Er moet een wettelijk kader komen zodat bedrijven als Glencore niet langer kunnen ontsnappen aan hun verantwoordelijkheden.’

En dan nog een laatste vraag: welke boodschap willen jullie meegeven aan de Europeanen?

- ‘Dat jullie onze petitie tekenen. Omdat geen enkel bedrijf, geen enkele bank en geen enkele financiële instelling boven de mensenrechten kan staan. En wie stil blijft, is mee verantwoordelijk voor een racistisch systeem, voor het verlies van gemeenschappen en leefomgevingen. Dus het is heel belangrijk dat jullie de boodschap mee verspreiden om verandering teweeg te brengen.

Ik zou nog willen toevoegen dat de meeste grondstoffen die in Europa gebruikt worden, afkomstig zijn uit Zuid-Amerika en dat die dienen om de energiehonger van Europa te stillen. Ik zou aan de bevolking willen vragen om te beseffen wat de echte kost is van de Europese consumptie, dat het levens kost en dat het grondgebieden opoffert. Het is ook iedereens taak om zorg te dragen voor het milieu. Niet enkel de inheemse bevolkingsgroepen moeten dat doen, maar iedereen. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid om samen zorg te dragen voor onze gemeenschappelijke thuis.’

Wil je de onderzoekers en activisten steunen? Teken dan de petitie tegen de uitbreiding van de schadelijke activiteiten van Glencore.